13 research outputs found

    Multidisciplinary integrated parent and child centres in Amsterdam: a qualitative study

    Get PDF
    Background: In several countries centres for the integrated delivery of services to the parent and child have been established. In the Netherlands family health care service centres, called Parent and Child Centres (PCCs) involve multidisciplinary teams. Here doctors, nurses, midwives, maternity help professionals and educationists are integrated into multidisciplinary teams in neighbourhood-based centres. To date there has been little research on the implementation of service delivery in these centres. Study Design: A SWOT analysis was performed by use of triangulation data; this took place by integrating all relevant published documents on the origin and organization of the PCCs and the results from interviews with PCC experts and with PCC professionals (N=91). Structured interviews were performed with PCC-professionals (health care professionals (N=67) and PCC managers N=12)) and PCC-experts (N=12) in Amsterdam and qualitatively analysed thematically. The interview themes were based on a pre-set list of codes, derived from a prior documentation study and a focus group with PCC experts. Results: Perceived advantages of PCCs were more continuity of care, shorter communication lines, low-threshold contact between professionals and promising future perspectives. Perceived challenges included the absence of uniform multidisciplinary guidelines, delays in communication with hospitals and midwives, inappropriate accommodation for effective professional integration, differing expectations regarding the PCC-manager role among PCC-partners and the danger of professionals' needs dominating clients' needs. Conclusions: Professionals perceive PCCs as a promising development in the integration of services. Remaining challenges involved improvements at the managerial and organizational level. Quantitative research into the improvements in quality of care and child health is recommended

    School-based prevention for adolescent Internet addiction: prevention is the key. A systematic literature review

    Get PDF
    Adolescents’ media use represents a normative need for information, communication, recreation and functionality, yet problematic Internet use has increased. Given the arguably alarming prevalence rates worldwide and the increasingly problematic use of gaming and social media, the need for an integration of prevention efforts appears to be timely. The aim of this systematic literature review is (i) to identify school-based prevention programmes or protocols for Internet Addiction targeting adolescents within the school context and to examine the programmes’ effectiveness, and (ii) to highlight strengths, limitations, and best practices to inform the design of new initiatives, by capitalizing on these studies’ recommendations. The findings of the reviewed studies to date presented mixed outcomes and are in need of further empirical evidence. The current review identified the following needs to be addressed in future designs to: (i) define the clinical status of Internet Addiction more precisely, (ii) use more current psychometrically robust assessment tools for the measurement of effectiveness (based on the most recent empirical developments), (iii) reconsider the main outcome of Internet time reduction as it appears to be problematic, (iv) build methodologically sound evidence-based prevention programmes, (v) focus on skill enhancement and the use of protective and harm-reducing factors, and (vi) include IA as one of the risk behaviours in multi-risk behaviour interventions. These appear to be crucial factors in addressing future research designs and the formulation of new prevention initiatives. Validated findings could then inform promising strategies for IA and gaming prevention in public policy and education

    Predictors of choosing life-long screening or prophylactic surgery in women at high and moderate risk for breast and ovarian cancer

    No full text
    The aim of this study is to summarize published empirical data describing the predictors of adhering to screening practices and choosing to have prophylactic surgery in women at increased risk for breast and ovarian cancer. Pubmed, Psychinfo and Cinahl databases were searched to identify studies on the predictors of adherence to breast and ovarian cancer screening and predictors of having a prophylactic mastectomy or salpingo-oophorectomy. We found 37 empirical studies that met our inclusion criteria. The main predictors of the use of preventive measures are related to DNA test results, socio-demographic characteristics, and psychological outcome measures. It is concluded that there is no unequivocal relationship between age, education, risk perception, or anxiety and adherence to breast and ovarian cancer screening practices. Worrying about cancer is associated with a higher adherence to screening practices

    Knelpunten en hiaten bij interventies gericht op ondersteuning bij zelfmanagement, overgewicht, mantelzorg. Een quick scan.

    No full text
    Benader chronisch zieke jongeren vooral als jongeren, maak gezond voedsel makkelijk verkrijgbaar in de strijd tegen overgewicht bij jongeren en biedt mantelzorgers de mogelijkheid af en toe een paar dagen op adem te komen. Drie aanbevelingen uit een ‘quick scan’ naar de bestaande ondersteuning voor deze drie groepen. Het NIVEL voerde met subsidie van RVVZ (Stichting Centraal Fonds Reserves Voormalige Vrijwillige Ziekenfondsverzekeringen) een ‘quick scan’ uit om tot een overzicht te komen van bestaande interventies voor chronisch zieke jongeren, jongeren met overgewicht en mantelzorgers, en om inzicht te krijgen in knelpunten en hiaten. De onderzoekers hielden interviews met sleutelfiguren en zochten in wetenschappelijke databases en op internet naar relevante literatuur en naar lopende en afgeronde projecten die de zelfzorg (of zelfmanagement) van chronisch zieke jongeren ondersteunen, het overgewicht onder jongeren proberen terug te dringen en projecten die mantelzorgers ondersteunen. Jongere ? volwassene De onderzoekers zien meerdere hiaten en knelpunten en doen verschillende aanbevelingen. Zo is volgens hen de zelfzorg van chronisch zieke jongeren bijvoorbeeld het beste te ondersteunen door ze te benaderen als jongeren. Jongeren hebben andere ondersteuning nodig dan volwassenen. En interventies toe te spitsen op vermindering van de gevolgen van de ziekte op werk, relaties, opleiding en sociale contacten. Verder bevelen de onderzoekers aan initiatieven te nemen om de overgang in de behandeling van chronisch zieke jongeren naar de behandeling als volwassene soepeler te laten verlopen. Schoolkantine en snackbar Om het overgewicht onder jongeren terug te dringen, blijken erg veel initiatieven te zijn ontwikkeld. Ze zijn lang niet allemaal wetenschappelijk getoetst, maar de combinatie van gezonde voeding, meer bewegen en minder voor de tv zitten, is bewezen effectief. De verkrijgbaarheid van gezonde voeding lijkt in deze context een belangrijk knelpunt. De schoolkantine en de snackbar om de hoek voorzien toch vooral in gevulde koeken, chips, kroketten en patat. Even eruit Over de effectiviteit van de initiatieven om mantelzorgers te ondersteunen is weinig bekend. Het bieden van ‘respijtzorg’ – iemand valt tijdelijk in bij de verzorging van de naaste, waardoor de mantelzorger even op adem kan komen – is volgens de onderzoekers een effectieve manier om mantelzorgers te ondersteunen. Subsidiënt: RVVZ (Stichting Centraal Fonds Reserves Voormalige Vrijwillige Ziekenfondsverzekering

    Patiëntveiligheid in de eerstelijnsgezondheidszorg: stand van zaken

    No full text
    Een huisarts kan een diagnose missen, geneesmiddelen kunnen verkeerd op elkaar inwerken, een huisarts en fysiotherapeut kunnen elkaar of een patiënt misverstaan. Hoe veilig is de eerste lijn? Het NIVEL deed een voorstudie. "Het is hard nodig dat patiëntveiligheid in de eerste lijn ook een issue wordt. Onze voorstudie laat zien dat er - de medicatieveiligheid uitgezonderd - nog weinig aandacht voor is en weinig over bekend is", stelt NIVEL-onderzoeker Francois Schellevis. Huisartsen en andere eerstelijns hulpverleners zoals fysiotherapeuten en verloskundigen hebben miljoenen patiëntencontacten per jaar. Veel mensen bezoeken de huisarts met onschuldige gezondheidsklachten, maar de huisarts is ook de eerste die een ernstige ziekte kan onderkennen. Tijdige herkenning en voortvarend handelen kunnen van groot belang zijn voor de prognose van een patiënt. Met subsidie van VWS onderzocht het NIVEL de wetenschappelijke literatuur over patiëntveiligheid in de eerstelijns gezondheidszorg. Over de situatie in Nederland bleek nauwelijks wetenschappelijke literatuur te bestaan. Internationaal zijn fouten rond het stellen van de diagnose de meest beschreven aspecten waarbij onbedoelde schade optreedt in de huisartspraktijk. De huisarts kan een ernstige situatie als te onschuldig inschatten, een diagnose missen of te laat stellen. Een andere mogelijke bron van fouten is de communicatie tussen zowel hulpverlener en patiënt als tussen hulpverleners onderling. Terugkijkend, ligt aan veel gevallen van onbedoelde schade een opeenstapeling van kleine fouten of miscommunicatie tussen hulpverleners en patiënten ten grondslag. Schellevis: "Op grond van onderzoek in het buitenland lijken de belangrijkste risicogebieden dus het diagnostisch handelen, therapeutisch handelen (medicatie) en de communicatie te zijn. Als we willen weten hoe het er in Nederland voorstaat, moeten we onderzoek doen naar die drie risicogebieden." Het NIVEL-onderzoek is een voorstudie en discussiestuk voor een besloten conferentie over patiëntveiligheid in de eerstelijns gezondheidszorg die op 14 februari is gehouden. De veiligheid van medicatie viel buiten het onderzoek; daaraan zal bij andere gelegenheden aandacht worden besteed. De conferentie vormde de opmaat voor een conferentie van de Inspectie voor de Gezondheidszorg over patiëntveiligheid in de eerstelijns gezondheidszorg in juni 2008; daar zullen beroepsorganisaties hun actieplannen presenteren om de patiëntveiligheid te verbeteren
    corecore